|
|
Gebed zonder einde
Gebed zonder einde
Deze zomer was ik aan het lezen in een boek met de intrigerende titel ‘Ik bid dus ik ben’, door de emeritus hoogleraar theologie Bert Hoedemaker. Het is een vrij moeilijk, compact geschreven boek, op elke pagina staan mooie zinnen die tot nadenken stemmen.
Bidden is zíjn, leven in vertrouwen dat het zin heeft het te wagen je af te stemmen op Gods Aanwezigheid. Bidden is een levenshouding van afgestemd zijn op de Allerhoogste en op zijn Koninkrijk. “Thuis raken in de ruimte van het gebed is een weg zonder einde”, dat wil zeggen een levenslang leerproces.
Ik ga nu niet op deze plek een recensie schrijven over dat boek! Wel wil ik in deze overweging vertellen dat het boek me inspireert om na te denken - alleen en met anderen - over bidden, over biddend leven, over bidden als veel meer omvattend en ruimer dan gaan zitten al dan niet met de ogen dicht en iets tegen God zeggen, hoe weldadig en belangrijk dat soms ook kan zijn.
Hier vertel ik graag twee inspirerende voorbeelden van wat me ter ore kwam toen ik hier met anderen over sprak.
Het eerste gaat over een gesprekje in de auto. Ik was op een van die zeer hete dagen samen met een vriendin, die ernstig ziek is, op weg naar een museum (overigens een bezigheid die ik sterk kan aanbevelen voor hete dagen, musea horen tot de beste plekken om te vertoeven bij hitte en op andere momenten). Ik vertelde aan haar dat ik in deze periode bezig ben met dat boek te lezen en dat ik de titel zo mooi vind, omdat het gaat over bidden als een manier van leven. En ik vroeg aan haar: “Bid jij?” “Ja” zei ze. En ik vroeg: “En hoe is dat dan? Wat merk je dan?” “Ik word gehoord” zei ze, “ik word gehoord, dat is genoeg”.
Het andere voorbeeld is een verhaal dat een collega, die jarenlang in de gevangenis heeft gewerkt, me vertelde: een gedetineerde kwam naar hem toe en vroeg of hij een keer samen met hem en zijn vriendin wil bidden, - hij kende dat van de gespreksgroep waar deze collega wekelijks een ‘rondje’ doet met de mannen waarvoor ze zullen bidden en heel vaak klinkt dan: voor onze partners en onze kinderen - en de dominee vroeg hem of zijn vriendin dat ook wilde. Met toestemming van de man belde hij de vriendin op, en ja, die wilde dat wel. Ze maken een afspraak in een van de bezoekruimtes. Een kaars erbij en een bijbel. Als teken van vertrouwen dat ze daar met z´n drieën zijn in de aanwezigheid van de Allerhoogste, - en ze spreken met elkaar over alles wat er mis gegaan is in het leven van deze man en in de relatie tussen hen beiden en wat desondanks gehoopt wordt, ze lezen een psalm en ze zeggen het hardop in gesprek met God. Van de ruis in zijn hoofd werd het tot rust in zijn hart, zo kwam die gedetineerde later aan mijn collega vertellen …
Een paar maanden later is het toch misgegaan in hun relatie …
Heeft het bidden dan geen zin gehad?
Weer een paar maanden later vroeg diezelfde gedetineerde mijn collega opnieuw te willen bidden met hun kind met wie het niet zo goed ging. En ze spreken met elkaar, met zijn kind, een tiener, die nooit heeft geleerd te bidden …
En zo houdt deze gedetineerde de dominee voor: blijven bidden en niet ophouden …
Niet omdat je dan krijgt wat je vraagt. Wel omdat je gehóórd wordt, omdat je al biddend leert in vertrouwen afgestemd te zijn op de Allerhoogste en op de liefde, vrede, vreugde, gerechtigheid, schoonheid, die horen bij zijn Rijk dat komt en waarvan nu en dan al iets te merken is.
ds. Stella Muns
| terug
|
|
|
|
|
|