|
|
Verschillen
Verschillen
Op een feestje in het bos zat het vuurvliegje naast de aardworm. Het vuurvliegje glom en zei: Weet je waar ik soms bang voor ben, aardworm? Nee, zei de aardworm. Dat ik opeens niet meer aanga. O, zei de aardworm. Ik moet er niet aan denken dat ik opeens wel aanga. Ze keken elkaar verbaasd aan. Het was ook een raar gesprekje en lange tijd zeiden ze niets.
Tenslotte vroeg het vuurvliegje: Zou je niet één keer willen aangaan, aardworm, al is het maar met een heel klein glimpje licht? Nee, zei de aardworm, ik wou juist dat ik iets had waarmee ik alles kon uitdoen. Maar ja… hoe doe je iets uit? Hij wees naar de maan en zuchtte berustend. En dan heb ik het nog niet eens over de zon, zei hij. Wat zijn we verschillend, hè?, zei het vuurvliegje. Ja, zei de aardworm. Daarna dansten ze.
Zo vertelt Toon Tellegen in Bijna iedereen kan omvallen één van zijn meesterlijke verhaaltjes. Verhaaltjes over dieren, maar bedoeld voor mensen.
Ik vind het stuk voor stuk juweeltjes, de kleine gesprekjes die de dieren in het bos met elkaar voeren. Ze ontroeren, ze raken je. Ze verwoorden iets waarvan je denkt: kon het maar vaker zo, tussen mensen. Zo gewoon, zo eerlijk. Zo stuntelig eerlijk.
Wat zijn we verschillend, hè?, zei het vuurvliegje. Ja, zei de aardworm. Daarna dansten ze.
Je denkt aan de wereld van mensen, waar juist dat elke keer weer zo moeilijk blijkt te zijn. Omgaan met verschillen. Constateren dat er verschillen zijn, maar dan toch samen dansen. Dan toch samen leven. Hoe veel strijd, hoe veel oorlog komt er niet voort uit het feit dat we dat nou juist niet kunnen? Begrijp me goed, ik bedoel niet al die onvoorstelbaar ingewikkelde conflicten eens even te versimpelen. Ik besef heel goed dat de wortels van de strijd vaak heel diep in de geschiedenis teruggaan.
Maar ik denk soms wel: wat is het toch vreselijk dat het ons blijkbaar niet lukt anders met verschillen om te gaan.
Hoe doe ik dat zelf eigenlijk? Vind ik mensen leuk en aardig omdat ze anders zijn dan ikzelf? Of juist omdat ze zo ongeveer hetzelfde zijn? Willen we graag in een ander iets van onszelf herkennen? Of zijn we verrast als iemand nou juist echt anders is?
De Joodse filosoof Emmanuël Levinas heeft heel scherp aan de kaak gesteld hoe wij vaak er op uit zijn de ander aan onszelf gelijk te maken. Want dat is natuurlijk gemakkelijker, beter hanteerbaar. Het is machtsdenken, zegt Levinas. De ander moet zijn zoals wij. En wijzelf zijn het centrum van ons denken.
Wat zou de wereld – in het groot en in het klein – er anders uit zien als we het zouden durven daar anders mee om te gaan. Anders te zijn en samen te dansen.
Het vuurvliegje en de aardworm deden het, vertelt Toon Tellegen. En daarbij gloeide het vuurvliegje zo zachtjes dat het vrijwel donker was om hem heen. En de ogen van de aardworm glinsterden, ook al vond hij dat erg en deed hij ze telkens dicht.
Wat betekent dat? Hadden ze zich toch aan elkaar aangepast? Nee, ze bleven zichzelf. Maar ze begrepen precies waarin de ander anders was.
Misschien moet je samen dansen, voordat je dat kunt verstaan.
P.S. Over dansen gesproken… Kent u dat heerlijke lied De Heer van de dans? Het is nummer 839 in het Nieuwe Liedboek.
ds. Reinier Beltman
| terug
|
|
|
|
|
|